The word of 6 August 2015 was:
inspraak
(de) in·spraak (zelfstandig naamwoord)
= say, right or opportunity to speak/decide/exercise influence
in = in
spraak = speech
"Ze vinden dat ze nog steeds te weinig inspraak hebben." – Lorianne van Gelder, in: Het Parool (2015)
"Het is van alle tijden dat burgers inspraak verlangen en respect van hun leiders eisen." – Jan Dijkgraaf, in: HP/De Tijd (2009)