The word of 28 July 2015 was:
koekenbakker
(de) koe·ken·bak·ker (zelfstandig naamwoord)
= biscuit baker
= unskilled worker
koek = cookie, biscuit
bakker = baker
"Er wordt nu net gedaan alsof Guus [Hiddink] een of andere koekenbakker is. Laten we even reëel blijven met z'n allen. Hij is dik 25 jaar heel succesvol geweest. Dat is hij nu echt niet opeens allemaal verleerd, hoor." – Ton Lokhoff (citaat), in: Voetbal International (2014)
"De nieuwe partijvoorzitter moest een zwaargewicht worden en niet opnieuw 'een koekenbakker uit Brabant'." – Max van Weezel, in: Vrij Nederland (2010)