The word of 30 June 2015 was:
vuren
vu·ren (bijvoeglijk naamwoord)
= spruce, made of (Norway) spruce wood
"Ik heb een vuren vloer in mijn woning gelegd en de planken krullen nu om." – Justsenna, in: Kassa (2011)
"De Haarlemse houthandel is al jaren een begrip als het gaat om betrouwbaar en snel leveren van vuren timmerhout (...)." – in: Haarlemse Houthandel