The word of 29 June 2015 was:
ruggespraak
(de) rug·ge·spraak (zelfstandig naamwoord)
= consultation (before making a decision)
rug = back
spraak = speech, talk
"[Yasser] Arafat zei gisteravond laat dat hij nog wel ruggespraak wilde houden met zijn kabinet." – in: Trouw (2000)
"Ik onderneem geen stappen zonder ruggespraak." – Elleke Bijsterveld, in: EllekeBijsterveld.nl
"De journalistiek stelt haar eischen niet altijd in ruggespraak met den goeden smaak!" – in: De Gids (1934/2011)