The word of 19 May 2015 was:
goh
goh (uitroep)
= gosh, gee, well
"Goh, wat heb jij nou?" – Margreet Vermeulen, in: de Volkskrant (2006)
"Iedereen riep; goh, wat een leuke winkel. Maar dan kochten ze niks. Ik had een omzet van zo'n tweehonderd euro per maand." – Tine Bakker (citaat), in: De Stentor (2011)