The word of 4 April 2015 was:
kozijn
(het) ko·zijn (zelfstandig naamwoord)
= frame (of a door or window)
"Ik ben bang dat het glas uit het kozijn valt." – Marsja van Wijk (citaat), in: Het Parool (2010)
"In het kerkgebouw hebben de ramen nieuwe kozijnen gekregen." – Lodewijk Born, in: Friesch Dagblad (2003)