The word of 20 March 2015 was:
bezoedelen
be·zoe·de·len (bezoedelde, bezoedeld) (werkwoord)
= to soil, to stain, to besmirch
"Je bezoedelt onze naam. Het is beter als je dood bent." – in: HP/De Tijd (2011)
"Zijn de Chinese autoriteiten er met hun campagne in geslaagd het imago van Apple te bezoedelen?" – Fokke Obbema, in: de Volkskrant (2013)