The word of 13 January 2015 was:
uitfoeteren
uit·foe·te·ren (foeterde uit, uitgefoeterd) (werkwoord)
= to scold, to abuse verbally
uit = out
foeteren = to scold, to grumble
"Personeel dat vraagtekens zette bij haar verzoeken werd uitgefoeterd of bedreigd met ontslag." – in: DeOndernemer.nl (2011)
"Twintig man onder me. Geen jongens, maar werkelijk mannen, mannen van dertig, van veertig jaar zelfs, die me aanspreken met u en tegen wien ik jij moet spelen, die ik op zijn tijd moet uitfoeteren als ze hun zanderig geweer zonder het schoon te maken in het rek smakken." – Piet van Veen, in: Soldaat (1931)