The word of 23 April 2010 was:
raamkozijn
(het) raam·ko·zijn (zelfstandig naamwoord)
= window frame
raam = window
kozijn = frame (of a window or a door)
The word 'kozijn' comes from the northern French word 'cassin' meaning 'window'.
"In de bakstenen muren [van het fabrieksgebouw] zijn gaten geslagen, de ruiten van de stalen raamkozijnen zijn gesneuveld en van het dak is alleen een roestige constructie over." – Sjoukje Budde & Christiaan Drent, in: de Volkskrant (2008)
"Dieven braken gisterennacht binnen in een woning aan de Lange Veldstraat. Ze gingen er vandoor met een LCD-televisie, twee mobiele telefoons en het voertuig van de bewoners. De daders raakten binnen door een gaatje in het raamkozijn te boren." – in: De Standaard (2007)