The word of 22 April 2010 was:
flets
flets (bijvoeglijk naamwoord)
= faint, pale, dull
"De tweede dag begon met een flets zonnetje maar het werd uiteindelijk toch weer een zonnige wedstrijd met uitstekende prestaties." – Wan Bakx, in: AthleticsOnLine.info (2009)
"Wat moest de Poolse maffia in 's hemelsnaam met een paar duizend paprika's? Mooie rode weliswaar, niet van die fletse groene die ze hier kweekten, maar toch." – Christian Jongeneel, in: Passionate (1998)
"Grote persoonlijke visies draagt Hu [Jintao] niet uit, wat hem naast een flets imago ook weinig vijanden heeft bezorgd." – Aernout Bouwman-Sie, in: NRC Handelsblad (2008)