The word of 25 November 2014 was:
binnenpretje
(het) bin·nen·pret·je (zelfstandig naamwoord)
= joy about something that only you get, private joke, chuckle
binnen = inside
pret = joy
-je -> diminutive form
"Hij heeft vast een binnenpretje over een nieuw idee waarmee hij zijn fans weer op het verkeerde been kan zetten." – in: De Bibliotheek Amstelland (2010)
"Een gekrulde mondhoek verraadt een binnenpretje." – Melle Runderkamp & Simon Hendriksen, in: de Volkskrant (2014)
"Had de architect tijdens het tekenen van het ontwerp gewoon een binnenpretje of is er meer aan de hand?" – Karen Van Eyken, in: Algemeen Dagblad (2013)