The word of 9 November 2014 was:
beschuit
(het) be·schuit (zelfstandig naamwoord)
= Dutch crispbakes, rusk
"Schep een paar eetlepels hete melk op iedere beschuit, zodat hij een beetje zacht wordt." – in: Trouw (2010)
"Als kind zat ik stilletjes aan mijn ontbijt met mijn beschuitje en mijn [stripalbum van] Suske en Wiske." – Heleen van Lier, in: de Volkskrant (2014)