The word of 19 October 2014 was:
bezinken
be·zin·ken (bezonk, bezonken) (werkwoord)
= to sediment, to settle down
= to sink in
zinken = to sink
"Doordat de vis niet meer de bodem omwoelt, bezinkt het slib en neemt de helderheid toe." – Rinze Benedictus, in: Kennislink (2004)
"Ik reageer nooit zo meteen op gebeurtenissen. Al die dingen bezinken en die komen tien jaar later." – Jan Wolkers (citaat), in: Vrij Nederland (2000)