The word of 3 October 2014 was:
uitslover
(de) uit·slo·ver (zelfstandig naamwoord)
= show-off, eager beaver
= bootlicker, pleaser
uit = out, off
sloven = to slave, to drudge
zich uitsloven = to put oneself out, to drudge, to show off, to please
"Als je vijftig jaar geleden – zoals ik deed – de ambitie uitsprak om deel te nemen aan de Olympische Spelen, dan was je een uitslover." – Erica Terpstra (citaat), in: De Telegraaf (2010)
"De ouders van nu behoren misschien wel tot de allerlaatste generatie van onverbeterlijke uitslovers. De gekromde ruggen voelen zich zielsgelukkig 'als hun kinderen het maar beter hebben dan zij zelf'." – Jos Vandeloo (citaat), in: Vlaanderen (1988)