The word of 26 September 2014 was:
eensgezind
eens·ge·zind (bijvoeglijk naamwoord)
= unanimous, of one mind, in concert
een = one
het eens zijn = to agree
gezind = inclined, disposed, -minded
"De Europese Unie komt later deze week met een eensgezind 'antwoord' op de Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland Krim." – in: de Volkskrant (2014)
"Zodra de ramadan aanbreekt, schuiven de seculiere media eensgezind hun journalistieke maatstaven terzijde. Hoewel de jaarlijkse terugkerende vastenmaand net zo weinig nieuwswaarde heeft als pakweg het jaarlijks terugkerende Divali, het Loofhutten- feest of Pasen, is er bijna geen krant of zender die de ramadan negeert." – Elma Drayer, in: Vrij Nederland (2012)