The word of 8 August 2014 was:
flad·de·ren (fladderde, gefladderd) (werkwoord)
= to flit(ter), to flutter
"Vooral boven bloemenweiden maakt u kans kleine blauwe vlinders te zien fladderen."
– Koos Dijksterhuis, in: Trouw (2010)
"Het kledinglabeltje hing naar buiten en fladderde als een feestvlaggetje in zijn nek. Het was te ver weg om te lezen welke maat erop stond."
– Wilfried de Jong, in: NRC Handelsblad (2013)