The word of 11 July 2014 was:
waggelen
wag·ge·len (waggelde, gewaggeld) (werkwoord)
= to waddle, to totter
"Nee, niet het licht aandoen. Want als muggen érgens op af komen, dan is het wel op licht. Dus waggelde ik in het pikkedonker door de slaapkamer." – in: BN DeStem (2011)
"Op een morgenwandeling gaan allerlei beelden aan mij voorbij , ik zie achtereenvolgens de straat, waarin ik woon, den melkboer met zijn kannen, het stof, dat de wind langs de steenen waait, de blauwe lucht boven mijn hoofd, enkele wolkjes en de zon. Ik ga verder, ik kom in het nu zomersch uitziend park, de bloemen geuren, de eenden waggelen aan den oever van den met kroos bedekten vijver, met een enkelen vroegen zwerver wissel ik misschien een groet." – H.W.Ph.E. van den Bergh van Eijsinga, in: Voor den Nieuwen Tijd (1901)