The word of 6 April 2010 was:
lawaai
(het) la·waai (zelfstandig naamwoord)
= loud noise
"In de wet is vastgelegd dat het lawaai dat auto's en brommers mogen produceren binnen bepaalde normen moet blijven." – Rob Zeeman, in: Trouw (1992)
"'Stil, luister', zegt Muk, 'ik hoor hamerslagen.' Ze blijven even staan om te luisteren. Waar komt dat lawaai vandaan? Voorzichtig lopen ze verder." – Jos Haens, in: Puk en Muk vliegen om de wereld (1979)