The word of 29 June 2014 was:
spijkerbroek
(de) spij·ker·broek (zelfstandig naamwoord)
= jeans
spijker = nail (metal pin)
broek = trousers, pants
"Ik had gehoopt dat hij me zou zien. Ik had expres mijn spijkerbroek aangetrokken." – Hannes Meinkema, in: Hollands Maandblad (1973/2013)
"Nederlanders dragen de meeste spijkerbroeken per hoofd van de bevolking." – in: Het Parool (2012)