The word of 21 June 2014 was:
dichtstbijzijnd
dichtst·bij·zijnd (bijvoeglijk naamwoord)
= most nearby, nearest
dicht = close
dichtst = closest
dichtbij = closeby, nearby
zijn = to be
"Omdat het plotseling begon te regenen, vluchtte ik de dichtstbijzijnde winkel in, een filiaal van Etos." – Frits Abrahams, in: NRC Handelsblad (2005)
"Het gehele gezelschap begaf zich naar de dichtstbijzijnde pub. Bas had ons verteld dat het gebruikelijk is dat er dan behoorlijk wordt gedronken." – Wim Schouten, in: Een vak vol boeken (1988/2008)
"Open hier de plattegrond van Eindhoven om te zien welk gezondheidscentrum voor u het dichtstbijzijnd is. " – in: Stichting Gezondheidscentra Eindhoven