The word of 13 June 2014 was:
gepikeerd
ge·pi·keerd (bijvoeglijk naamwoord)
= piqued, irritated, offended
pikeren = to pique
"U lijkt enigszins gepikeerd dat dit jaar de keus op Kees van Kooten is gevallen." – Olga Kortz, in: HP/De Tijd (2013)
"Wij zijn in het bezit van een driezitsbank die uit elkaar valt zodra er meer dan twee personen op zitten, waarna de gasten gepikeerd van de vloer opstaan en beledigd afscheid nemen." – Kees van Kooten & Wim de Bie, in: Het groot bescheurboek (1986/2006)