The word of 29 April 2014 was:
onbevangen
on·be·van·gen (bijvoeglijk naamwoord)
= open-minded, unprejudiced, unbiased
on- = un-
bevangen = to seize
"Vroeger kon ik erg genieten van het ongedwongen en onbevangen trainen. Nu is het serieus, altijd, alles. Dat kan ook niet anders: ik wil het beste uit mezelf halen." – Epke Zonderland (citaat), in: HP/De Tijd (2012)
"Enkele oogenblikken kan het onbevangen kunstgenot ons in zelfvergetelheid aan het lijden onttrekken, maar het blijft bij die enkele oogenblikken en bitter wordt het kortstondig genot vergald door het besef, dat 'wat heerlijk is om te zien, verschrikkelijk is om te zijn.'" – J. de Wit, in: De Gids (1916/2011)