The word of 14 April 2014 was:
moedeloos
moe·de·loos (bijvoeglijk naamwoord)
= despondent, dejected, dispirited, cheerless
moed = courage
-loos = -less
"[Paus Franciscus] riep de christenen op geen treurende mensen te zijn en niet moedeloos te worden." – in: Tubantia (2013)
"Zijn gevecht om het kampioenschap mondde uit in een moedeloze strijd met de schamele zevende plaats tot gevolg." – Mark Misérus, in: de Volkskrant (2010)
"Wees niet zo moedeloos; alles is nog wel te herstellen en gij zelf kunt die verandering het meest bevorderen: wat behoeft gij uw hoofd te breeken met zulke dingen die geheel en al niet van u geëischt worden?" – Betje Wolff & Aagje Deken, in: Historie van mejuffrouw Cornelia Wildschut (1793/2004)