The word of 12 April 2014 was:
inhalen
in·ha·len (haalde in, ingehaald) (werkwoord)
= to take in, to haul in
= to catch up with
= to overtake
= to make up for
in = in
halen = to get, to fetch, to haul
"Het eilandje is te bereiken via een wiebelige pontonbrug, die 's avonds kan worden ingehaald." – Alexandra Besuijen, in: Het Parool (2009)
"Het kabinet wil op sommige snelwegen en op bepaalde tijdstippen vrachtwagens verbieden om in te halen." – Arne Hankel, in: Elsevier (2011)