The word of 28 March 2014 was:
pendelen
pen·de·len (pendelde, gependeld) (werkwoord)
= to swing back and forth
= to travel back and forth, to commute
"Tot nu toe speelde de trein nauwelijks een rol in het goederenverkeer tussen Polen en China. Maar sinds twee maanden pendelt er een rechtstreekse goederentrein tussen China en Lodz." – Ekke Overbeek, in: Trouw (2013)
"Door te pendelen tussen heden en verleden worden de acteurs met elkaar verbonden. " – Bor Beekman, in: de Volkskrant (2012)