The word of 27 March 2014 was:
pietepeuterig
pie·te·peu·te·rig (bijvoeglijk naamwoord)
= tiny, pernickety
The informal word 'pietepeuterig' is a contraction of the words 'pieterig' (meaning tiny) and 'peuterig' (meaning fiddly).
"Pietepeuterige bureaucratische regels die de zaak enorm vertragen." – Pauline Valkenet, in: Trouw (2005)
"Ik moet net zo lang aan de muziek blijven schaven totdat die immuun wordt voor de meningen van anderen. En dan nog blijf ik heel pietepeuterig. Die liedjes mogen nu eenmaal niet de deur uit voordat ze helemaal netjes naar mijn smaak zijn aangekleed." – Antony Hegarty (citaat), in: Vrij Nederland (2009)