The word of 25 March 2014 was:
pikken
pik·ken (pikte, gepikt) (werkwoord)
= to peck
= to steal, to filch, to pilfer
= to put up with
"Kippen hebben neiging naar afwijkingen te pikken. Een scheef zittende veer kan voldoende zijn om pikken uit te lokken. " – J.L. Dubbeldam, in: Trouw (2011)
"Moe van de lange vliegreis en kennelijk niet meer zo attent, werd bij het uitstappen met de koffers in Duisburg mijn portemonnee uit mijn jas gepikt." – Riet Lemstra (citaat), in: De Telegraaf (2012)
"Wij zijn vreemdelingen in dat land en vreemdelingen zijn nergens welkom. Stel je voor dat in ons dorp ineens veel mensen zouden komen en die zouden zeggen: wij willen hier wonen. Dat zouden wij ook niet pikken." – Nanne Bosma, in: Verraad in Dorestad (1992/2013)