The word of 16 March 2014 was:
schrijnend
schrij·nend (bijvoeglijk naamwoord)
= bitter, smarting, poignant
schrijnen = to graze, to abrade
"Ook onder ouderen is pesten een schrijnend probleem." – in: De Telegraaf (2012)
"Er ligt in mijne oogen een schrijnende tegenstelling tusschen het vieren van een nationaal feest ter eere van de grondleggers onzer vloot en den afkeer, bij een groot deel van het Nederlandsche volk, van pogingen om deze vloot uit haar staat van verval te doen herrijzen." – M.R.H. Calmeyer, in: Neerlandia (1922/2012)