The word of 18 February 2014 was:
lukraak
luk·raak (bijvoeglijk naamwoord)
= haphazard, random
geluk = luck, chance, fortune
raken = to hit
When the word 'lukraak' is used as an adverb, it may be translated as 'hit-or-miss' or 'at random'.
"Met wat lukrake pogingen probeerde PSV het duel nog naar zich toe te trekken, maar de overtuiging ontbrak." – in: Provinciale Zeeuwse Courant (2008)
"Volgens een medewerker van Amnesty International wordt er lukraak op mensen geschoten. " – in: Trouw (2011)
"Baths maakt energieke electro-hiphop, waarbij de samples schijnbaar lukraak in een track worden gesmeten en de beats door een op hol geslagen flipperkast worden geproduceerd." – Bob Nijenhuis, in: 3voor12 (2010)