The word of 31 January 2014 was:
neerstrijken
neer·strij·ken (streek neer, neergestreken) (werkwoord)
= to alight, to come to rest after a descent
neer = down, nether
strijken = to caress, to brush, to smooth
"Zoals iedere winter zijn er op de weilanden van Schiermonnikoog weer duizenden ganzen neergestreken." – in: Natuurmonumenten (2011)
"Het was niet mijn bewuste keuze om in [Rotterdam] West te gaan wonen, nu zo'n 9 jaar geleden. Ik had snel een huis nodig en toevallig streek ik hier neer." – Suzanne Stam, in: Metro (2013)
"Ondanks de crisis zijn vorig jaar 115 buitenlandse bedrijven neergestreken in de Amsterdamse regio." – Bart van Zoelen, in: Het Parool (2014)
"Met je modderige kont op een dixi neerstrijken en dood bier naar tegenvallende bands gooien is altijd leuker als je geen kaartje van 150 euro door je neus geboord gekregen hebt." – in: Spunk (2009)