The word of 5 December 2013 was:
oplichter
(de) op·lich·ter (zelfstandig naamwoord)
= swindler, fraud
oplichten = to swindle
"Anneke: 'Je bent een oplichter.' Anthony: 'Hoezo? Waarom denk je dat?' Anneke: 'Je hebt me belazerd. Je zei dat je van me hield en hier naartoe wilde komen. Maar je was alleen maar op mijn geld uit.'" – Elsbeth Stoker, in: de Volkskrant (2012)
"Het voormalige ministerie van Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu is op simpele manier voor 4 miljoen euro opgelicht. De oplichters stuurden een vervalste brief van de provincie Zuid-Holland met het verzoek subsidie naar een ander rekeningnummer over te maken." – Marlou Visser, in: Elsevier (2011)