The word of 28 September 2013 was:
fuif
(de) fuif (zelfstandig naamwoord)
= party
"Laatst was ik weer op zo'n fuifje waarbij al die schitterend verzorgde vrouwen in één hoek van de kamer zitten (...) en de mannen in een ander deel van de ruimte bij elkaar kruipen." – Marcel Haenen, in: NRC Handelsblad (2007)
"Waar de fuif precies gevierd gaat worden, is niet bekend." – in: Reformatorisch Dagblad (2007)