The word of 21 July 2013 was:
uitwonen
uit·wo·nen (woonde uit, uitgewoond) (werkwoord)
= to let go to ruin [of a house]
= to exhaust, to wear out [of a person]
uit = out
wonen = to live
"Als iedereen in de wereld net zoveel zou consumeren als de gemiddelde Nederlander in 2008, zou er drieënhalve aarde nodig zijn om dit mogelijk te maken. (...) Nederland staat op de negende plaats van landen die de aarde het meest uitwonen." – in: Trouw (2012)
"De mensen zijn niet meer verliefd op het theater, ze hebben er een uitgewoond en doodsaai huwelijk mee." – Youp van 't Hek (citaat), in: De Groene Amsterdammer (1996)