The word of 28 February 2010 was:
klakkeloos
klak·ke·loos (bijvoeglijk naamwoord)
= without thinking, unthinkingly
-loos = -less
Historically, 'klak' meant something like 'stain' in this compound word.
"[D]e beschuldiging dat een bepaalde uitspraak 'antisemitisch' is [zou] niet klakkeloos moeten worden aangenomen. Uitspraken en handelingen moeten worden geanalyseerd en geïnterpreteerd in hun context." – Frank Furedi, in: De Groene Amsterdammer (2009)
"Wij respecteren de wespen en in het algemeen beestjes. Natuurlijk moet je niet klakkeloos dieren doden. Maar als een wespennest bij de ingang van een school of zo gevaar voor kinderen oplevert, moet het weg." – Loes Smit, in: Trouw (1992)