The word of 27 February 2010 was:
klooien
klooi·en (klooide, geklooid) (werkwoord)
= to mess (around)
kloot = testicle
"De docenten zijn ook leuk, al zijn sommigen streng. (...) Vooral tijdens uren dat je huiswerk moet maken, zijn ze streng. Soms te streng. Als je een beetje loopt te klooien, krijg je gelijk een waarschuwing." – Sam van der Steen (citaat), in: Trouw (2005)
"Cyborgs zijn wonderlijke wezens. Ze bestaan in principe uit taal, maar met elk woord dat ze aantrekken, krijgen ze meer om het lijf, krijgen ze uberhaupt een lijf. Met alle getob van dien. Sneu toch een beetje voor ze. Want oorspronkelijk - ooit, ergens - was de cyborg een metafoor, een concept, dat nu juist in het leven was geroepen om van dat geklooi met lichamen af te komen." – Marianne van Boomen, in: De Groene Amsterdammer (1994)