The word of 15 June 2013 was:
hagelslag
(de) ha·gel·slag (zelfstandig naamwoord)
= hail damage
= (chocolate) sprinkles
hagel = hail
slag = hit, blow
"Vanaf mijn derde jaar eet ik elke ochtend boterhammen met hagelslag." – Wilfred Genee (citaat), in: de Volkskrant (2011)
"Als je op vakantie gaat naar het buitenland moet je wel je eigen pak chocolade hagelslag meenemen!" – in: Venz (2012)