The word of 30 May 2013 was:
klungelig
klun·ge·lig (bijvoeglijk naamwoord)
= clumsy, gawky, botchy
klungel = bungler, clumsy person
"De AIVD heeft in het buitenland een goede reputatie. (...) Maar door de klungelige analyse van de veiligheid van Pim Fortuyn is het aanzien drastisch gedaald..." – Marc van den Eerenbeemt & Annieke Kranenberg, in: de Volkskrant (2002)
"De laatste jaren ging het vaak mis, doordat we wedstrijden klungelig uit handen gaven." – Joost Veldhuis (citaat), in: De Stentor (2010)