The word of 28 May 2013 was:
uitdijen
uit·dij·en (dijde uit, uitgedijd) (werkwoord)
= to expand, to swell
uit = out
dijen = to grow, to increase (archaic)
"Zij laat een stilte vallen, waarin ze je met een taxerende blik van top tot teen bekijkt. Met elke seconde die verstrijkt voel je jezelf uitdijen, tot je ten slotte als een soort onhandige panda voor haar staat." – Renske de Greef, in: nrc.next (2011)
"Het klinkt tamelijk vreemd van een oneindig heelal dat nog steeds uitdijt te hooren spreken." – Willem de Sitter, in: Kosmos (1934)