The word of 5 April 2013 was:
slok
(de) slok (zelfstandig naamwoord)
= gulp, swig
slikken = to swallow
The noun 'slok' normally refers to a swallow of liquid only, whereas the verb 'slikken' can refer to the swallowing of both food or drink.
"Ik nam een slok, liet de whisky over mijn tong spoelen, tuurde naar het silhouet van de heuvels aan de overkant." – Dirk Ayelt Kooiman, in: Montyn (1982)
"Als de avond viel, ging men eerst bidden. Vervolgens werd het vasten verbroken met een dadel en een slok thee." – Kader Abdolah, in: de Volkskrant (1997)