The word of 14 March 2013 was:
lebberen
leb·be·ren (lebberde, gelebberd) (werkwoord)
= to lap (up)
"Op [het feest] Flirtation kun je lekker dollen. Al zit heus niet iedereen te lebberen, dat was op mijn hockeyclub een stuk erger!" – Marjolein Marchal, in: NRC Handelsblad (2007)
"James ravotte voor drie. Af en toe kwam hij, vuurrood van opwinding, een taartje naar binnen proppen, half hangend nog maar op zijn stoel en terwijl hij zijn limonade naar binnen lebberde, keken zijn oogen van de belletjes die hij door zijn rietje blies naar den tollenden draaimolen met de statisch-steigerende paarden, die geweldig wild waren, volgens hem." – H. Marsman, in: De dood van Angèle Degroux (1933/2010)