The word of 28 January 2013 was:
koekeloeren
koe·ke·loe·ren (koekeloerde, gekoekeloerd) (werkwoord)
= to peer
"Met ogen die er verslaafd aan lijken, is [de schrijver] Bernlef continu om zich heen aan het koekeloeren." – Hans Kloos, in: De Groene Amsterdammer (1994)
"Geen sterveling begint aan de dag zonder naar zichzelf te koekeloeren en dat is in de meeste gevallen geen verheffende bezigheid." – Bert Dijkstra, in: De Telegraaf (2010)