The word of 14 January 2013 was:
gebit
(het) ge·bit (zelfstandig naamwoord)
= teeth, denture
bijten = to bite
"Zijn glimlach onthult een slecht onderhouden gebit, en er is wel meer slecht onderhouden aan deze jongen." – Ayla Schneiders, in: Spunk (2011)
"Het kind was niet sterk. Men zag dadelijk dat het haar kind was, meer nog aan den blik dan aan de oogen, aan de vurigheid van den blik. Het had een mooi gebit, maar niet zoo stevig als het hare geweest was vóór zijn geboorte. De tanden waren niet zoo vierkant, te zuiver wit om blank te kunnen heeten, van een zuiver krijtwit. Hun dubbele rij lag mooi gaaf in den mond als het kind lachte, maar het lachte zelden." – F. Bordewijk, in: Karakter (1938)