The word of 8 February 2010 was:
elleboog
(de) el·le·boog (zelfstandig naamwoord)
= elbow, blow with an elbow
boog = bow, arch
"Er gaat bij de repetities veel mis. Angelo gaf me net nog een elleboogje in mijn gezicht, waardoor ik een bloedneus had." – Myrthe van der Wolf, in: De Telegraaf (2009)
"Wie zich stoot aan het puntje van zijn of haar elleboog ervaart een pijn die je nooit vergeet: alsof er een stroomstoot door je onderarm trekt; een korte, hevige, tintelende pijn die je pink en de onderkant van je handpalm verdooft." – Ewoud Sanders, in: NRC Handelsblad (2004)