The word of 26 November 2012 was:
bestek
(het) be·stek (zelfstandig naamwoord)
= knives and forks and spoons, cutlery, utensils
= specification, scope
"Tijdens een tuinfeest van de Britse koningin Elizabeth in Buckingham Palace heeft een van de genodigden onvervangbaar zilveren bestek en theekoppen uit de tijd van koningin Victoria (1819-1901) gestolen." – in: Het Parool (2009)
"Bij mijn weten is er niet eerder een boek verschenen dat in zo kort bestek zo veel houtsneden bevatte." – Chris van der Heijden, in: De Groene Amsterdammer (2010)