The word of 1 November 2012 was:
knapperig
knap·pe·rig (bijvoeglijk naamwoord)
= crisp, crunchy
knappen = to snap, to crack
"Vervolgens bak je de friet op 180 graden [C]elsius tot deze knapperig en [goudgeel] is." – Tobias van Deursen, in: Trouw (2012)
"Zou hij alvast zijn knorrende maag één van de knapperige puntbroodjes gunnen of zou hij naar boven lopen om te vragen wat er aan de hand was[?]" – Ismene Krishnadath, in: Veren voor de piai (1992)