The word of 28 October 2012 was:
voorspoedig
voor·spoe·dig (bijvoeglijk naamwoord)
= prosperous, without any setbacks
voorspoed = prosperity
"Nederlandse hulporganisaties haalden na de tsunami in Azië meer dan tweehonderd miljoen euro op. Op papier verloopt de hulpverlening voorspoedig. In de praktijk blijkt het beeld minder gunstig." – Aart Brouwer, in: De Groene Amsterdammer (2005)
"Bij thuiskomst, na zeer voorspoedige reis, vonden we jullie brief, waarvan de inhoud volkomen correspondeert met onze eigen gevoelens." – Menno ter Braak, in: Briefwisseling tussen Menno ter Braak en J. Greshoff 1926-1940 (1938)