The word of 13 October 2012 was:
opdoffen
op·dof·fen (dofte op, opgedoft) (werkwoord)
= to primp
"Zij heeft zich opgedoft en haar beste jurk aangetrokken, hij komt met stoppelbaardje en oude kleren." – André Waardenburg, in: NRC Handelsblad (2010)
"Moet je je voor die lui nou zo opdoffen? Jakkes, je lijkt wel een opgetuigd fregatschip." – Diet Kramer, in: Roeland Westwout (1940)