The word of 20 August 2012 was:
peuteren
peu·te·ren (peuterde, gepeuterd) (werkwoord)
= to pick (a lock/nose), to manipulate/tamper, to tinker
"We moesten wachten voor een stoplicht. Naast ons stond een tram. Achter de ramen zaten mensen glazig voor zich uit te staren. Een blonde vrouw peuterde in haar neus." – Martin Bril, in: de Volkskrant (2002)
"Bij een vorige gelegenheid had hij een grote kast ontdekt in een afgelegen hoek, met een hangslot erop en een etiket op de deur met het opschrift: verboden te openen. Daarom had hij dit keer een ijzerdraadje bij zich gestoken om het slot mee open te peuteren." – Jan de Hartog, in: Het koninkrijk van de vrede (1974)