The word of 23 July 2012 was:

jeuken

jeu·ken (jeukte, gejeukt) (werkwoord)
= to itch, to yeuk

"En onze moeders hadden gelijk ons het krabben te verbieden om ons voor de jeuk te behoeden. Het is beter niet te krabben wanneer het jeukt. Het beste is dat het niet jeukt natuurlijk, of anders dat we de jeuk kunnen vergeten, dat we gewoon doen alsof het niet jeukt, net zo lang tot de jeuk ook werkelijk is verdwenen." – Patricia de Martelaere, in: Een verlangen naar ontroostbaarheid (1993)

"Willem heeft de laatste dagen zijn beenen vol met puistjes die hem erg jeuken en die hij openkrabt." – Hendricus Johannes Boeken, in: Volledige briefwisseling (1892)