The word of 26 October 2009 was:

afwassen

af·was·sen (waste af, afgewassen) (werkwoord)
= to do the dishes, to wash the dish, to wash off

af = off
wassen = to wash

"Een afwasteil met warm water is zo gevuld. Het is zelfs sneller vol dan het inruimen van je volle afwasmachine. Tijdens het afwassen heb je ook de tijd om samen de dag door te spreken en natuurlijk de laatste roddels uit de buurt te delen. Bovendien is het 4 keer goedkoper dan het gebruiken van je afwasmachine." – Henri van Poll, in: De Telegraaf (2009)

"Ik sta hier in de keuken met die hele grote stapel borden het allerliefste gooide ik alles door het raam en zou er iemand vragen of ik niet goed ben geworden dan spring ik er keihard achteraan. Ik wou dat de afwas af was Ik wou dat de afwas af was want als de afwas af was dan wist ik 't wel" – Circus Custers, in: De afwas (1987)